Deze blog bevat mijn persoonlijke ervaringen en realisaties als beginnend theologie studente. Aangezien het mijn persoonlijke ervaringen zijn, zal het niet ieders gedeelde ervaring zijn. Echter zijn er ook veel punten die ik ook van medestudenten en al afgestudeerde en werkende theologen heb gehoord. Ik wil niet proberen ieders visie te vertegenwoordigen, maar vooral een kijkje te geven in mijn eigen realiteit. Vooraf had ik namelijk een bepaald beeld van theologie gaan studeren, waarin ik bevestigd werd, maar een groot deel kwam als verrassing of was volledig het tegenovergestelde. Om te beginnen bij de keuze om deze studie te gaan volgen: het was een kort proces om dit besluit te nemen. De aanloop ernaar toe was echter één van jaren aan ontwikkeling en interesse die groeide. Zo gebeurde het ook dat ik de keuze van mijn studie pas, na die gemaakt te hebben, te delen met de mensen om me heen. Ik was mentaal voorbereid op de mensen die zouden denken dat ik mijn laatste hersencel had verloren, omdat ze alles rondom religie of God afwimpelen als belachelijk. Ik was eerlijk gezegd ook voorbereid op de goedkeuring en waardering van kerkelijke mensen om me heen. Die stiekeme, trotse gedachten, met ondertoon van zoeken naar waardering, ga ik niet ontkennen. De realiteit bleek een stuk complexer te zijn. Mensen die nergens om leken te geven, wilden me ineens spreken over hun levensvragen, die me in verlegenheid brachten en met een mond vol tanden lieten staan. Kerkelijke mensen bleken zeer weinig waardering te hebben voor de keuze. Kritische vragen over de kerkelijke achtergrond van de opleiding, mijn motivatie, mijn ambities en denkproces volgden. Evenals volledige desinteresse, spot, genegeerd worden door mensen die ik normaal regelmatig sprak, veelvuldig vloeken in mijn richting, met de afwachtende houding op een reactie. Een theologie studente die al aan het afstuderen was gaf me een ontnuchterd en zeer nuttige eigen ervaring mee. "Iedereen vindt er wat van en je kunt nooit iedereen tevreden stellen." Ze haalde haar schouders op en leek daarmee de constatering uit ervaring wijzer geworden, weer te rusten te leggen. Een zuiver geweten tegenover God in het maken van deze keuze, is het enige wat in alle consternatie rust geeft.